De JIM-aanpak verloopt in 4 fases
1. De jongere gaat op zoek naar een JIM.
Er wordt dus eerst gezocht naar een geschikte JIM, omdat deze persoon onderdeel wordt van het team rondom een jongere. Samen met ouders en de professionals. Wanneer er met een JIM wordt gewerkt, ervaart een jongere meer inbreng en krijgen ouders meer vertrouwen dat er naar hen en hun omgeving wordt geluisterd. Door de behandeling af te stemmen met een JIM, verbinden meerdere mensen zich aan de gekozen oplossingsrichting en ontstaat er meer draagvlak.
2. Aan ouders en jongeren wordt de vraag gesteld: wat willen jullie veranderen? Hoe ziet de gewenste situatie eruit?
Er wordt gedacht vanuit wat mogelijke oplossingen kunnen zijn, i.p.v. het ontrafelen van problemen. Zo kan er gekeken worden naar oplossingen vanuit meerdere perspectieven. Vanuit alle perspectieven ontstaat een verhaal dat breder gedragen wordt en daardoor zullen de oplossingen duurzamer zijn.
3. Er worden duidelijke doelen gesteld en afspraken gemaakt.
Er is nu duidelijk wie er uit de omgeving welke positie inneemt en wat de gezinsleden willen oplossen. Het plan van aanpak wordt in deze fase vastgelegd. Hierin kan ook worden opgenomen dat er nog een andere vorm van behandeling nodig is, bijvoorbeeld relatietherapie of traumatherapie.
4. Fase van afronding
Belangrijke vragen zijn: hoe gaan de gezinsleden de bereikte voortgang vasthouden? Wat is er straks anders als er geen professionele betrokkenheid meer is? En wat betekent dit voor de positie van de JIM? Daar waar de hulpverlener er uitstapt, blijft de JIM duurzaam betrokken.