Somatische controles bij een eetstoornis
Anamnese
Vraag de cliënt naar maag-darmklachten, constipatie, zuurbranden, cyclusstoornissen, amenorroeduur, koude intolerantie, duizeligheid, concentratiestoornissen, flauwvallen, trillerigheid, vermoeidheid, krachtsverlies, hoofdpijn, zweetaanvallen, hypoglycaemie klachten, voedings- en vochtintake.
Welke somatische controles zijn nodig bij eetstoornispatiënten?
- BMI (lengte en gewicht)
- Temperatuur
- Oedeem
- Hartfrequentie
- Bloeddruk
Hoe frequent deze waarden moeten worden gemeten is afhankelijk van de gevonden waarden.
Laboratoriumonderzoek
Bij forse gewichtstoename in korte tijd kan er sprake zijn van een Refeeding syndroom. Dit houdt in dat als de hoeveelheid glucose in het bloed stijgt, de cellen dit samen met Kalium, Fosfaat en Magnesium opnemen in de cel, waardoor er extracellulair een tekort ontstaat. Dit kan leiden tot hartfalen, convulsies, oedeem, coma en zelfs overlijden. Bij gewichtsdaling kunnen bloeddruk, hartfrequentie en lichaamstemperatuur opeens snel dalen en kan er een ernstige hypoglycaemie ontstaan. Hierom is het van belang om bij het volgende laboratoriumonderzoek (in ieder geval eenmalig) te doen en vervolgens op indicatie:
- Natrium
- Bicarbonaat
- Albumine
- ALAT
- BSE
- Kalium
- Fosfaat
- Ureum
- ASAT
- TSH
- Chloride
- Magnesium
- Kreatinine
- Glucose niet nuchter
- Volledig bloedbeeld
Lab vervolg op indicatie:
- Bij purgeren: kalium vervolgen
- Bij ernstig ondergewicht/verder afvallen/anamnese passend bij hypoglycaemie
ECG
We adviseren om bij iedere patiënt met een eetstoornis in ieder geval eenmalig een ECG te maken. Dit ECG moet onder andere worden beoordeeld op frequentie, ritme, QTc verlenging en repolarisatiestoornissen. Als er sprake is van verdere gewichtsdaling, purgeren of een bradycardie moet er vaker een ECG worden gemaakt.
Opname en overleg met Interne geneeskunde/kindergeneeskunde
Leg contact met de afdeling interne geneeskunde of kindergeneeskunde bij één van de volgende afwijkingen. Mogelijk is een opname dan nodig:
- Glucose <2,8 mmol/l
- Een ernstig gestoord zuur-base evenwicht
- Hypothermie <33 graden celsius
- Ritmestoornissen waaronder een bradycardie <40/min
- Diastolische bloeddruk <p5 van passend bij leeftijd/gewicht
- Gewicht is <70% van uitgangsgewicht of zeer snel afvallen (>1 kilo/week)
- Overige: pancreatitis, convulsies, syncope, uitputting, verwardheid
en ernstige elektrolytstoornissen zoals:
- Hypokaliëmie < 2,5 mmol/l of 2,5-3,5 mmol/l i.c.m. klachten
- Natrium <125 mmol/l of 125-135 met klachten. Vooral als dit niet chronisch is, maar nieuw
- Natrium > 155 (door uitdroging)
- Fosfaat < 0,65 mmol/l *
- Magnesium <0,5 mmol/l. Start bij 0,5-0,7 mmol/l met magnesiumgluconaat tabletten
- Calcium <1,9 mmol/l
* kan ontstaan bij refeeding. Indien suppletie mogelijk is, hoeft een
opname niet noodzakelijk te zijn: overleg met interne/kinderarts